Help, mijn baby slaapt niet! 10 tips voor uitgeruste nachten

baby met groen shirtje ligt in rieten wiegje en kijkt naar boven

Herken je dat? Je baby lijkt overdag een engeltje, maar zodra de avond valt begint het nachtconcert. Jij met wallen tot op je knieën, je partner die al half slaapt op de bank, en dan komt die ene vraag: “Gaat dit ooit beter worden?” Goed nieuws: ja! Maar je hebt wel een paar slimme trucs nodig om de nachten weer een beetje leefbaar te maken.

Baby’s en slapen? Soms voelt het alsof je een ingewikkelde puzzel probeert te leggen… zonder plaatje. Maar hieronder vind je 10 tips die écht verschil kunnen maken.

1. Creëer een rustgevende slaapomgeving

Een baby die lekker slaapt? Dat begint bij de juiste setting. Denk aan een kamer die voelt als een veilig nestje: donker, rustig en zonder afleiding. Verduisterende gordijnen zijn je nieuwe beste vriend (serieus, ze redden levens — of in elk geval je nachtrust).

Zorg dat het bedje vrij is van tierelantijntjes: geen knipperende lichtjes, knuffel legioen of muziekmobielen die eerder een kermis-show dan rust uitstralen. Less is more.

En die vaste plek? Die doet echt wonderen. Iedere avond in hetzelfde bedje, op dezelfde plek in huis, geeft herkenning en veiligheid. Dus liever geen wisselende dutjes in de box, kinderwagen of op de arm van tante Truus.

Een white noise-apparaatje (of gewoon een constante ‘ssshh’ van jou) helpt ook: het dempt storende geluiden en brengt rust.

Kortom: hou het simpel, vertrouwd en rustig. Denk: geen slaapcircus, maar een kleine cocon van kalmte. Daar slaapt iedereen beter van.

2. Volg een consistent bedritueel

Baby’s hebben geen klok, maar wél een sterk gevoel voor herhaling. En voorspelbaarheid = rust.

Een vast bedritueel helpt je kleintje te begrijpen: “hé, het is tijd om te gaan slapen.” Denk aan een warme washand, schone luier, rustige voeding, even knuffelen, een liedje of zacht muziekje, gordijnen dicht, lichtje uit. Klaar.

Houd het simpel en herhaal het élke avond in dezelfde volgorde. Juist dat voorspelbare stukje maakt dat je baby zich veilig voelt en weet wat er komt. Geen over-the-top bedtijdshow, maar gewoon een kalme, vaste routine.

En nee, het hoeft geen uur te duren. Een kwartiertje ‘sluit je dag af’-moment werkt vaak al goed.


3. Let op overprikkeling (én vermoeidheidssignalen)

Oververmoeidheid is een veelvoorkomende oorzaak van slecht slapen. En het lastige is: een baby die te moe is, wordt vaak juist hyperactief. Je denkt misschien: “Zo, die is nog lekker wakker!” — maar wat je ziet, is overdrive.

Signalen dat je baby moe is (en dus nú naar bed moet):

  • Gapen

  • In de ogen wrijven

  • Oortjes trekken of friemelen

  • Wegkijken, staren

  • Rode wangen

  • Jengelig of juist druk gedrag

  • Sneller schrikken of huilen bij geluiden

En nee, het is geen toneelstukje. Oogwrijven en oortjes friemelen = babycode voor ‘‘breng me alsjeblieft naar bed’’. Herken je dit? Dan is het tijd om in actie te komen. Wie te laat is, krijgt een overprikkeld kindje dat moeilijk de rust weer kan vinden.


Wat helpt:

  • Bouw het laatste uur voor bedtijd rustig af: zacht licht, kalme geluiden, geen schermen of wilde spelletjes

  • Zorg dat voeding, verschonen en aankleden op een ontspannen manier gebeurt

  • Laat je baby niet te lang wakker blijven “omdat hij nog zo vrolijk lijkt” — dat werkt vaak averechts

Rust voor het slapen begint niet pas in bed, maar al in de routine die eraan voorafgaat. Volg niet je klok, maar je kind. En als je twijfelt: liever iets te vroeg dan nét te laat. Je baby zal je dankbaar zijn (ook al laat ‘ie dat vanavond nog niet meteen merken ;)).



4. Zorg voor meerdere slaapjes overdag

Slaap overdag is geen luxe, het is noodzaak. Want: een baby die te weinig slaapt overdag, wordt oververmoeid en slaapt juist slechter ‘s nachts.(Ja, zelfs als je denkt: ‘Dan slaapt hij vast beter vanavond’ - wishful thinking.)

Hoeveel slaapjes je baby ongeveer nodig heeft:

  • 0–3 maanden: 4 tot 6 slaapjes (om de 1–1,5 uur wakker)

  • 3–6 maanden: 3 tot 5 slaapjes

  • 6–9 maanden: meestal 3 slaapjes, overgang naar 2

  • 9–12 maanden: 2 slaapjes

  • 12-18 maanden: 2 slaapjes, overgang naar 1

  • Rond 3 jaar: vaak geen slaapjes meer, wel rustmomenten

    Let op: kijk naar gedrag én klok. Signalen van vermoeidheid zijn je beste graadmeter.


5. Voeden voor het slapen

Voeden voor het slapen is voor veel baby’s een fijn rustmoment. Maar…. het kan ook zorgen voor verwarring of onrust — afhankelijk van het tijdstip, de hoeveelheid én hoe het aangeboden wordt.

Tips bij voeding rond bedtijd:

  • Geef de voeding in een rustige ruimte, zonder prikkels

  • Zorg dat je baby niet nét in slaap valt aan de borst of fles, maar nog wakker is bij het wegleggen

  • Te veel voeding vlak voor het slapen kan krampjes geven — te weinig kan zorgen voor een hongerige baby die na een uurtje weer wakker wordt

  • Probeer een vast voedschema aan te houden, zodat je baby weet wat er komt

Bij oudere baby’s (vanaf 6 maanden) kun je ook langzaam loskomen van voedingen rond bedtijd, afhankelijk van de behoefte natuurlijk.

Een ontspannen voedingsmoment werkt rustgevend — maar het is geen slaapmiddel. Zie het als warme afsluiter van de dag, niet als een universele ‘‘off’’- knop bij elk huiltje.
En ja, soms lijkt het alsof die fles magisch werkt… tot je voor de derde keer die nacht in het donker zit met je baby en een slaperige fles in je hand. ;)


6. Kleed je baby niet te warm (of te koud)

De juiste kleding helpt je baby beter slapen. Een te warme baby wordt onrustig wakker, een te koude baby slaapt niet lekker.

Zo hou je het simpel:
- Zomer: romper of alleen luier met dun slaapzakje
- Winter: romper met lange mouwen + warmere slaapzak
- Voel in de nek of op de borst (niet in de handjes)

Twijfel je? Eén laagje minder is meestal veiliger dan te veel.


7. Houd rekening met de slaapcyclus

Baby’s slapen in cycli van ongeveer 45 minuten. Als je baby telkens na zo’n periode wakker wordt, komt dat vaak doordat hij nog niet geleerd heeft zelfstandig weer in slaap te vallen. Dat zorgt voor frustratie, vermoeidheid en een gebroken nacht voor jullie allebei.

Hoe herken je dat het een cyclusdingetje is?

Je baby slaapt prima in, maar wordt elke keer na 40 à 45 minuten wakker. Alsof er een ingebouwde wekker afgaat.


Wat kun je doen?

  • Zorg voor een goede slaapomgeving en voorspelbare routine (punt 1 en 2 zijn je beste vrienden)

  • Probeer je baby bij het inslapen al minder afhankelijk te maken van wiegen, voeden of andere hulp

  • Wordt je baby steeds op hetzelfde moment wakker? Dan kun je voor dat moment al rust brengen of even zachtjes je hand op z’n buikje leggen om door te laten slapen (dit heet ‘wake to sleep’)


En nee, dit hoef je niet meteen perfect te doen. Eén slaapcyclus winnen is al een overwinning op de wallen.

Twijfel je of je moet ingrijpen of beter nog even kunt wachten? Met een babyfoon met camera kun je je kindje rustig in de gaten houden zonder direct de kamer in te hoeven stormen. (vooral ‘s nachts goud waard ;) Bekijk hier onze tip voor een fijne babyfoon


8. Inbakeren: ja of nee?

Inbakeren is een soort magisch dekentje voor sommige baby’s. Het helpt ze om minder te maaien met hun armpjes en daardoor rustiger in slaap te vallen. Vooral bij jonge baby’s met een sterke schrikreflex kan het wonderen doen.

Maar: gebruik altijd een veilige methode, en stop met inbakeren zodra je baby begint te rollen (serieus, dan is het ineens niet schattig meer maar gevaarlijk). Twijfel je? Vraag gerust advies aan het consultatiebureau of een slaapcoach.

Het is geen quick fix voor élk slaapprobleem. Maar voor sommige baby’s is het net dat laatste puzzelstukje om beter te slapen. Wil je een goede inbakerslaapzak proberen? Check deze hier.



9. Leg je baby wakker weg

Leg je baby wakker weg. Ja echt. Een baby die moe is, hoeft niet altijd eerst in slaap gewiegd of gevoed te worden. Juist door hem wakker (maar slaperig) in bed te leggen, leert hij dat het bed z’n slaapplek is. En dat hij zélf in slaap mag vallen — zonder hulp van buitenaf.

In het begin voelt dit misschien alsof je je baby in z’n eentje op een onbewoond eiland zet. Maar het is juist het tegenovergestelde: je leert je baby iets waardevols voor het leven.

Let op: het hoeft niet ineens perfect. Begin met één slaapje per dag. Maak er een vast ritueel van, zorg voor een rustige setting, en blijf even bij je baby als dat nodig is. Geef het tijd.

En spoiler: ook als het niet meteen werkt, heb je niks verpest. Gewoon weer proberen bij het volgende slaapje.


10. Verwacht geen wonderen

Sommige baby’s slapen met zes weken door, anderen pas na een jaar. Er zijn sprongetjes, tandjes, verkoudheden… Het hoort er allemaal bij. Je doet het goed! Slaapgebrek is zwaar. Maar het zegt niets over jou als moeder. Je doet wat je kunt, met wat je hebt. En dat is genoeg.
Gun jezelf rust, zoek steun als het nodig is en weet: slapen is geen wedstrijd. Het is een proces. En stap voor stap kom je er.


Tot slot: werken bovenstaande tips niet voldoende of wil je nog meer tips en verdieping? Dan zou je 'Het baby slaapboek' kunnen overwegen. Het biedt heldere informatie, praktische tips en voorbeeldroutines over slaapgedrag bij baby’s en kinderen tot 4 jaar. In ‘Het baby slaapboek’ geeft een gecertificeerd kinderslaapcoach op een toegankelijke manier inzicht in het slaapgedrag van baby’s en peuters.

Volgende
Volgende

Babyvragen ‘‘is dit normaal?’’ - de 10 meest gegoogelde vragen (en nuchtere antwoorden)