Puber met kleding -chaos

Puber met kleding allergie - troep op de kamer

Ik wilde een strak huishouden, maar kreeg een puber met kleding-allergie

Ooit droomde ik van een huis uit een woonblad. Met opgerolde dekentjes, geurige kaarsen en van die manden waar het speelgoed precies in past. Wat ik kreeg? Een puberdochter met een kleding-allergie. Niet tegen kleding zélf – nee, tegen kleding opruimen.

Haar kamer is een kunstwerk. Niet het soort dat je in een museum hangt, maar wel eentje met lagen. Laag 1: versleten sokken. Laag 2: half gedragen outfits (“nee mam, dit is schoon, ik had het alleen even aan om te kijken hoe het stond”). Laag 3: de vloer. Althans, vermoed ik. Ik heb ‘m al weken niet meer gezien.

Pubers en opruimen, het blijft een soort komische strijd. Zeker als je puber liever een kledinglawine bouwt dan een kastindeling maakt. Je wilt als ouder graag een beetje structuur in huis, maar je puber leeft volgens een ander systeem. Overal kleding, sokken en spullen waarvan je niet weet of het schoon, gedragen of ‘voor later’ bedoeld is. Je zoekt de balans tussen loslaten en niet struikelen over een stapel outfits op de overloop.

De wasmand als basketbalring

Het is niet dat ze niks doet hoor. Soms slingert ze de wasmand open en mikt er een prop in vanaf drie meter afstand. Basketbal-skills: A+. Opruimscore: Tja.

En ik? Ik geef het toe: ik heb het geprobeerd. Gesmeekt. Gedreigd met “dan ruim ik het op en dan weet je niet wat er nog over is!”. Geprobeerd met lief zijn, met schema’s, met post-its op de spiegel (“Denk aan je kleding… en je moeder”).

Soms fantaseer ik over verborgen camera’s. Dat ik haar kamer binnenloop, struikel over een trui, en daarna in slow motion val tussen een berg make-updoekjes, lege glazen en kledinghopen. “Dit was haar moeder. Ze probeerde het nog,” zou de voice-over zeggen.


Maar weet je? Soms laat ik het los. Want ergens tussen de troep woont een meisje dat aan het puberen is, die haar plekje zoekt, die zich uitdrukt in outfits per uur en nog moet leren dat je sokken niet vanzelf terugkeren in de lade.

Dus ik zucht, ik ruim, ik lach. En soms, heel soms, is haar kamer opgeruimd. Dan weet ik: ze kan het wel. Ze wil gewoon even niet. En stiekem… snap ik dat ook.

Tot die tijd? Ben ik blij als ze op school zit, ik de stofzuiger aanzet en heel even denk: “Hé, kijk… een vloer!”

En voor wie tóch denkt: ‘‘Daar moet toch íets aan te doen zijn…’’

Oké, vooruit. Er bestaan manieren om de kledingchaos van pubers iets te beteugelen. Tenminste, in theorie. In de praktijk lachen ze er waarschijnlijk gewoon om en belandt die hoodie alsnog op de vloer. Maar hé, proberen kan altijd:

  • Zet een wasmand in hun kamer (met een groot neonbord erbij misschien).

  • Spreek een vaste wasdag af (veel succes met dat plannen tussen TikTok en vriendinnen door).

  • Alles wat niet in de mand ligt, wordt niet gewassen (en ja, dat stinkt inderdaad).

  • Koop een mand met de tekst “Feed me”. Misschien werkt humor beter dan regels.

En dan nog… uiteindelijk eindig je waarschijnlijk alsnog met die berg sokken onder het bed. Maar hé, het idee alleen al dat je íets probeerde, geeft een beetje troost.

En onthoud: jij hoeft geen fulltime wasmanager te zijn. Laat ze zelf leren, want later in hun studentenhuis red je ze ook niet met een SOS-wasmachine-app.

Handige hulpjes & extra inspiratie

👉 Wil je wat meer grip op al die huishoudtaken? In onze digitale familieplanner kun je ook vaste wasdagen en puberklussen inplannen.

👉 Meer puber-chaos? Lees ook: Waarom pubers altijd moe zijn of Waarom pubers wel alles horen behalve hun moeder.

Vorige
Vorige

Waarom pubers wél alles horen (behalve hun moeder)